De verschillen tussen hardhout en zachthout in parketvloeren

Iedereen heeft wel eens gehoord van hardhout en zachthout. In de wereld van de parketvloeren is het onderscheid heel normaal en ook nodig. Anders dan de namen doen vermoeden, zit het verschil niet in de mate van hardheid. Sterker nog: zachthout is lang niet altijd zacht en hardhout is lang niet altijd hard. De kwalificatie hard- of zachthout is te herleiden tot de herkomst van het hout.

Niet hard, niet zacht

Het antwoord vind je in de zaden van de boom en de wijze van voortplanting. Hardhout komt bijvoorbeeld altijd af van zogeheten bedektzadige planten en bomen. Hetgeen bedektzadigen onderscheidt, is dat de zaden zijn bedekt of omringd door een vrucht. Zachthout is afkomstig van de naaktzadigen. Bij deze bomen en planten zie je het tegenovergestelde: de zaden zijn niet afgeschermd door een vrucht, maar vallen naakt ter aarde.

Eigenschappen van hardhout

Loofbomen leveren altijd hardhout. Daarom wordt hardhout ook meer dan eens loofhout genoemd. Eikenbomen, esdoorns en beuken zijn loofbomen. Doordat loofbomen langzaam en zeer gestaag groeien, is het hout van zeer hoge dichtheid en compact. Het duurzame hardhout is geschikt voor onder andere vloeren, boten en meubilair en is een relatief dure houtsoort. Het is lastiger te bewerken dan zachthout.

Eigenschappen van zachthout

Naaldbomen leveren altijd zachthout. Sparren en dennen zijn typische voorbeelden van naaldbomen. Hierdoor wordt voor zachthout ook het synoniem naaldhout gebruikt. Deze bomen groeien aanzienlijk sneller; zachthout heeft dan ook een lagere dichtheid. Het is goedkoper en minder duurzaam ten aanzien van hardhout. Het is uitermate geschikt hout voor schuttingen en tuinhuisjes. Daarnaast is het ook een prima houtsoort voor vloeren.